De essentie en evolutie van tango voor orkest


Wanneer je je verdiept in tangomuziek voor orkest, ontdek je werken uit verschillende tijdperken en orkesten, elk met hun eigen unieke klanken en stijlen. Door de evolutie van deze periodes en hun muziek te begrijpen, kun je je vaardigheden binnen het orkest verder verfijnen. Elk instrument vraagt bovendien om een specifieke benadering om de authentieke klank van tangomuziek te verkijgen. In deze eerste verdiepingsblog vind je een beknopte samenvatting en luisterfragmenten. In de volgende blogs zal de focus liggen op specifieke orkesten en instrumenten.


De Argentijnse tangomuziek heeft een rijke en dynamische ontwikkeling doorgemaakt. Oorspronkelijk ontstond de tango in de late 19e eeuw in de volksbuurten van Buenos Aires en Montevideo, waarbij het werd beïnvloed door een mix van Europese, Afrikaanse, en Zuid-Amerikaanse ritmes. De vroege tango was een dansmuziekstijl, gespeeld door kleine ensembles, vaak bestaande uit gitaar, viool, en fluit.

De Guardia Vieja (Oude Garde) en de vorming van het orquesta típica

Rond het begin van de 20e eeuw ontwikkelde de tango zich verder met de komst van de bandoneon, een Duits instrument dat het typische, melancholische geluid van de tango bepaalt. Dit leidde tot de vorming van het Orquesta Típica, een standaardensemble voor tango, bestaande uit bandoneons, violen, piano en contrabas. Deze samenstelling legde de basis voor de tango zoals die later wereldwijd bekend zou worden.

Een bekend tango-orkest uit de Guardia Vieja is Orquesta Típica Victor. Dit orkest was een van de prominente groepen die de vroege tango in Buenos Aires populair maakte en een belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van de tango als muziekstijl. Ze waren actief in de vroege 20e eeuw en hebben bijgedragen aan de vorming van de typische tango-orchestratie van die tijd.

De Guardia Nueva (Nieuwe Garde) en de Gouden Eeuw

In de jaren 1920 en 1930 begon de tango internationale bekendheid te verwerven, wat leidde tot verfijning in de orkestratie en compositie. Deze periode staat bekend als de ‘Gouden Eeuw’ van de tango, waarbij grote orkesten een prominente rol speelden. Carlos Gardel maakte de gezongen tango populair, terwijl Juan D’Arienzo en Aníbal Troilo orkesten leidden die synoniem werden met de dansbare, ritmische tango van die tijd.

‘Entre dos fuegos‘ is een beroemde opname van de Argentijnse orkestleider Juan D’Arienzo, opgenomen in 1937. D’Arienzo, bijgenaamd ‘El Rey del Compás’ vanwege zijn strikte en energieke ritmische stijl, staat bekend om zijn invloedrijke rol in de heropleving van de tango in de jaren 1930.

Een van de beroemdste opnames van Aníbal Troilo uit de jaren 30 en 40 is ‘La Cumparsita’, opgenomen in 1941. Deze opname is bijzonder belangrijk in de tango-muziekgeschiedenis vanwege Troilo’s meesterlijke interpretatie en orkestratie van het iconische tango-nummer dat oorspronkelijk werd geschreven door Gerardo Matos Rodríguez met tekst van Carlos Gardel en Alfredo Le Pera.

Osvaldo Pugliese: De meester van tango-orkestratie

Osvaldo Pugliese was een sleutelpersoon in de evolutie van de tangomuziek, bekend om zijn innovatieve harmonieën en ritmes die de emotionele diepgang van de tango versterkten. Zijn stijl combineerde kracht met subtiliteit, wat zijn muziek zowel dynamisch als verfijnd maakte. Zijn iconische composities zoals ‘La Yumba’ zijn essentieel voor iedereen die de ware intensiteit van de tango wil begrijpen. Pugliese’s invloed blijft voelbaar, en zijn werk vormt nog steeds een maatstaf voor orkesten wereldwijd.

De innovaties van Astor Piazzolla

De naoorlogse periode bracht een nieuwe fase in de ontwikkeling van de tango. Astor Piazzolla revolutioneerde de tango door het te vermengen met elementen van jazz en klassieke muziek, wat leidde tot de zogenaamde Tango Nuevo. Piazzolla’s composities, zoals ‘Libertango’ en ‘Adiós Nonino’, verkennen complexere ritmes en harmonieën, en zijn vaak geschreven voor uitgebreide orkestraties, inclusief strijkers en percussie, naast de traditionele Orquesta Típica.

Astor Piazzolla speelt ‘Adiós Nonino’ met de Sinfónica ‘Cologne Radio Orchestra’ uit Duitsland (1985).

Moderne tijd en wereldwijde verspreiding

In de late 20e en vroege 21e eeuw heeft de tango een wereldwijde renaissance doorgemaakt. Moderne orkesten blijven de traditionele vormen van de tango spelen, maar experimenteren ook met fusies, incorporatie van elektronische instrumenten, en nieuwe composities. De tango is geëvolueerd van een lokale, volksdansmuziek naar een veelzijdig genre dat in concertzalen over de hele wereld wordt uitgevoerd.

De ontwikkeling van de Argentijnse tango voor orkest is een weerspiegeling van de culturele en muzikale veranderingen in de wereld. Het is een genre dat constant evolueert, maar altijd zijn wortels in de passionele dans en de melancholie van de bandoneon behoudt.